Foto: Stefaan ROMMEL

DE TUIPARKIET (Brotogeris s. sanctithomae)

Engels: Tui Parakeet

Frans: Perruche Tui

Duits: Tuisittich

BESCHRIJVING

       Grootte: 17 cm. De algemene kleur is groen. Kenmerkend voor deze soort is het gele voorhoofd dat doorloopt tot op het voorste gedeelte van de schedel. De nek vertoont een blauwe aanslag. Ook de wangen vertonen een licht-blauwe waas. De hals, borst, en buik zijn wat lichter van kleur dan de vleugels en de rug. De vleugelbocht vertoont een geelgroene streep. De snavel is bruin, de naakte oogring grijs, de iris geel, en de poten zijn bruingrijs. Jonge vogels zijn vooral te herkennen aan de donkere iris.

     Het betreft hier de nominaatvorm van de Tui parkiet. Er bestaat een tweede ondersoort, nl. de geelstreep Tuiparkiet (Brotogeris s. takat- sukasae) die zich van de nominaatvorm onderscheidt door een gele vlek achter het oog.

VERSPREIDING

     De nominaatvorm komt voor in een groot gedeelte van Brazilië, dit vanaf de samenvloeiing van de Madeira met de Amazone, een gedeelte van het noorden van Bolivia, het noorden van Peru, een gedeelte van het noordoosten van Ecuador en zuidoost Colombia. Ze zijn vooral te vinden in de wouden en open gebieden in de nabijheid van de Amazone en haar bijrivieren.

      De geelstreep tuiparkiet wordt aangetroffen in de bebossing langs de Amazone vanaf de monding tot waar de Madeira in de Amazone loopt, en langs een gedeelte van de Tapajos rivier.

      Hoewel ze plaatselijk talrijk kunnen voorkomen, is er van hun levenswijze in de natuur niet zoveel bekend. Meestal worden ze aangetroffen in kleine groepjes tot 10 stuks. Volgens RIDGELY werden ze in 1980 nog als zeer talrijk beschouwd.

IN AVICULTUUR

     Alhoewel de Tuiparkiet reeds in 1862 naar Europa, meer bepaald naar de Zoo van Londen werd gebracht, is er toch weinig over dit vogeltje bekend. Blijkbaar was weinig belangstelling voor dit dwergpapegaaitje want het heeft nog geduurd tot 1970 vooraleer er enkele belangrijke importen naar Europa plaatshadden. Al bij al zijn ze niet talrijk bij de parkietenkwekers aan te treffen.

      Ook vogeltijdschriften van de voorbije jaren zijn eerder karig met gegevens over deze, nochtans niet onaardige parkietensoort. Wel    blijkt uit de weinige informatie, dat de Tuiparkiet de Brotogerissoort is die zich het best leent tot het houden in kooi of volière. Zijn aanhankelijke aard maakt hem tot ideale kooivogel voor in de woonkamer. Toch kunnen we dat op dit ogenblik niet aanraden.

      Nu dat import ook voor deze soorten is gestopt, is het in het belang van onze liefhebberij dat alle nog beschikbare exemplaren worden ingezet voor de kweek. Het gevaar is immers niet denkbeeldig dat ze anders wel eens voor altijd uit liefhebbermiddens verdwijnen.

     Ook is er zijn temperamentvolle aard en zijn bij wijlen grote luidruchtigheid. Zijn grote knaaglust is ook een van zijn minder goeie eigenschappen. Kweekresultaten zijn weinig bekend. Wellicht zal, naarmate men over in gevangenschap gekweekte exemplaren beschikt, de nakweek met deze dieren gemakkelijker verlopen.      

VERZ ORGING

      Voor wat betreft huisvesting, verzorging en voeding kan ik verwijzen naar het voorgaande artikel over het geslacht Brotogeris.