Kolibries behoren ongetwijfeld tot de mooiste en bijzonderste vogels op onze
aarde. Mooi, vanwege de metaalachtige weerschijn
van het verenkleed en de dikwijls ingewikkelde versieringen van dit verenkleed,
zoals lange staartpluimen, kragen en kuiven en bijzonder vanwege hun
gespecialiseerde manier van vliegen. In tegenstelling tot andere vogels draait
de kolibrie namelijk, bij elke vleugelslag, met een korte elipsvormige beweging,
de vleugels. Een ander bijzonder aspect aan het vliegen van kolibries is, dat ze
hun vleugels stijver en meer uitgespreid houden dan andere vogels. De naam
`natuurlijke helikopters', die door één van de grootste experts op het gebied
van kolibries, Fernando Ortez, aan de kolibries is gegeven, geeft deze
gespecialiseerde manier van vliegen dan ook zeer goed weer.
Kenmerken:
Het verenkleed van het lichaam van kolibries is meestal glanzend groen of blauw
en de onderkant van de vleugels kastanje bruin.
Het grootste deel van de glanzende veren bevindt zich op keel en kruin. De
glanzende veren veranderen, afhankelijk van de lichtval, steeds van kleur.
Schitterende tinten van rood, roze, paars, blauw, geel en groen zijn dan,
meestal maar vanuit één gezichtspunt, waar te nemen. Doordat de veren steeds
veranderen van kleur is het voor onderzoekers erg moeilijk om de verschillende
soorten te onderscheiden. Herkenning van kolibriesoorten vindt dan ook veelal
plaats via snavelvorm, staartvorm, en eventueel aanwezige kragen en kuiven.
Bij sommige soorten is de onderkant van de staartveren brons of paars glanzend,
terwijl bij andere soorten de veren witte punten, strepen of vlekken bezitten.
Afhankelijk van de soort kan de staart allerlei vormen hebben. Vaak heeft de
staart de vorm van een brede waaier, ook kan het een stompe vork of een lange
schaarvorm zijn.
Het grootste deel van de zichtbare vleugel bestaat bij de kolibries uit de
verlengde grote slagpennen.
De kop van de kolibrie is in verhouding tot de rest van het lichaam groot. Toch
valt dit bij de meeste soorten niet op door de relatief grote afmetingen van
vleugels en staart.
Kolibries zijn over het algemeen klein, snel en uitzonderlijk actief. De
grootste soort, de reuzenkolibrie meet iets meer dan 20 cm, terwijl de kleinste,
de bijenkolibrie, niet veel groter is dan 4 cm.
Bij de meerderheid van de soorten bedraagt de lengte van het lichaam niet meer
dan 5 cm, terwijl het gewicht ongeveer 5 à 7 gram (!) bedraagt.
De snavel van de kolibrie is lang en fijn. Een aantal soorten heeft een licht
naar onderen gebogen snavel, andere soorten een licht naar boven gebogen snavel.
De lengte van de snavel kan, afhankelijk van de soort, variëren van ongeveer 2
cm tot ruim 10 cm. De verschillende snavelvormen duiden op aanpassing aan
verschillende bloemen als voedselbron.
Kolibries spelen een bijzonder belangrijke rol bij de bestuiving van planten en
dragen zodoende in hoge mate bij tot het in stand houden van verschillende
plantensoorten. Bij het zoeken naar nectar raken ze namelijk met de kopveren de
stuifmeeldraden aan en dragen zodoende de pollen van bloem naar bloem.
Kolibries hebben een lange en dunne tong die tot voorbij de snavelpunt kan
worden uitgestoken. De tong heeft omgerolde zijkanten, die een soort van dubbele
buis vormen, waarin de nectar wordt opgezogen.
Soorten en voorkomen:
Er bestaan maar liefs zo'n 320 soorten kolibries, die verspreidt over de
landen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika voorkomen.
U zult begrijpen dat het ondoenlijk is om 320 verschillende soorten kolibries in
één artikel te behandelen.
Daarbij gebiedt de eerlijkheid me nog te vertellen, dat ik kolibries nimmer in
hun natuurlijke omgeving heb mogen aanschouwen. Mijn kennis beperkt zich slechts
tot datgene wat ik uit de literatuur heb opgetekend en gezien heb op videofilms
over kolibries. Natuurlijk heb ik ze al meerdere malen in levende lijve mogen
aanschouwen. Zo zijn ze bijvoorbeeld te zien in `het NOORDER DIERENPARK' in
Emmen en ook wel op grote landelijke tentoonstellingen.
Veel kolibries zijn bosbewoners, maar ze kunnen in allerlei biotopen, van het
open land tot op grote hoogten in bergstreken voorkomen. In sommige streken
leiden ze een zwervend bestaan of zijn ze onderhevig aan seizoensbewegingen om
zodoende voordeel te trekken uit de bloeiseizoenen van verschillende planten.
Veel kolibriesoorten zijn trekvogels. De soorten die hiertoe behoren trekken
veelal naar Noord-Amerika om daar te nestelen in de zuidelijke delen van Canada
of Alaska.
Kolibriesoorten uit de tropische en subtropische bergstreken zijn daarentegen
vaak zeer plaatselijk verspreid.
In de Verenigde Staten komen kolibries bijna overal voor. Zo komen ze voor in
het hooggebergte, in de jungle, in bossen, op vlaktes en zelfs in de woestijn.
Kolibries zijn vrijwel nergens bang voor omdat ze nauwelijks vijanden hebben. De
meeste soorten kennen ook ten aanzien van de mens geen angst. Zomerhuisbewoners
bij de grote meren, in de buurt van Georgië Bay, maken van dit gedrag gebruik
door de daar voorkomende kolibrie, het Robijnkeeltje, uit de bossen te lokken
met speciaal opgehangen flessen waarin rood suikerwater zit. Het suikerwater
wordt in een rode kleur aangeboden omdat gebleken is dat het robijnkeeltje voor
deze kleur een duidelijke voorkeur heeft. Het robijnkeeltje is de enige
kolibriesoort, die ten oosten van de Missippi voorkomt. Trouwens over het
robijnkeeltje valt nog iets zeer bijzonders te vertellen want, ondanks dat
kolibries doorgaans geen lange afstandstrekkers zijn, presteert het
robijnkeeltje het om met en topsnelheid van 50 km/u de Golf van Mexico ) over te
vliegen. Als u daarbij bedenkt dat `De Golf van Mexico' toch al gauw een lengte
heeft van ruim 1000 km en kolibries, vanwege hun hoge energie verbruik, om de 15
à 20 minuten moeten eten dan zal u duidelijk worden met wat voor raadsels dit
vogeltje de deskundigen weet op te zadelen.
Van de kolibries is de Reuzenkolibrie (Patagona gigas) uit de Andes de grootste.
De reuzenkolibrie meet iets meer dan 20 cm, waarbij opgemerkt moet worden dat
meer dan de helft hiervan staart is. De reuzenkolibrie is dus ongeveer zo groot
als een merel, alleen wel veel slanker. Voeden doet de reuzenkolibrie zich met
de nectar van de Agane. De Agane is een plant met veel kelken en dus veel
nectar. Eén van de kleinste kolibries, de Bijenkolibrie (Mellisuga helenae) uit
Cuba, is niet groter dan 5 cm. Daarbij meet het lichaam ongeveer 2,5 cm en wordt
de rest van z'n lengte gevuld door de snavel en de staart.
De allerkleinste kolibrie vinden we echter hoog in het Andes gebergte in Ecuador,
Zuid-Amerika. Het is de Estella-kolibrie die niet groter is dan 4 cm. In z'n
algemeenheid geldt voor kolibries, hoe kleiner de soort des te sneller de
vleugelslag. Bij de reuzenkolibrie ligt deze snelheid zo rond de 8-10 slagen per
seconde, terwijl bij kleine kolibries de frequentie stijgt tot ongeveer 80-85
slagen per seconde.
In de Verenigde Staten ligt de `kolibriehoofdstad' bij uitstek, de `Mile Hi
Ranch'. De `Mile Hi Ranch' ligt in de Ramsey Canyon op ongeveer 16 km afstand
van de grens met Mexico.
Op deze plaats
worden regelmatig 16 of meer trekkende kolibriesoorten
aangetroffen. Van de soorten die hier voorkomen is het Zwartkeeltje veruit de
luidruchtigste en de Rivoli kolibrie één van de fraaiste en grootste. Andere
soorten die rond `Mile Hi Ranch' voorkomen zijn o.a. de Violetkruin-amazilies,
de Breedstaartkolibrie en de Blauwkeelbergjuweel. Van de Blauwkeelbergjuweel
schijnt een bioloog ooit eens gezegd te hebben, dat deze roofvogels durft aan te
vallen.
Een ander kolibrieparadijs vinden we in Costa Rica, nabij de vulkaan de Paos. In
dit gebied, waar het vrij veel regent, komen o.a. de Langsnavel-zonzoeker, de
Groene-violetkolibrie, de Cerisekolibrie, de violette sabelvleugelkolibrie, de
Heremietkolibrie, de Smaragdkolibrie met z'n kenmerkende gaffelstaart en z'n
gewicht van 2,5 gram, en de zeer kleurrijke Tzacati-amazilia voor. Na de regen,
als de zon doorbreekt, komen deze kolibriesoorten te voorschijn om nectar te
zuigen uit o.a. Bananenbomen en Heliconia bloemen. Andere planten die door de
kolibries bezocht worden zijn de Lobelia laxiflora, een plant met licht oranje
bloemen, de Hamelia patens, een struikachtige plant met oranjerode buisbloemen
en de Inga brenessi, een boom die lichtgele bloemen draagt. Eén van de
zeldzaamste kolibries is de Zwaardkolibrie, die voorkomt in Ecuador,
Zuid-Amerika en z'n biotoop (=natuurlijke omgeving) heeft in Quenca.
Een andere kolibriesoort die voorkomt in Ecuador is de Gould-violetoorkolibrie.
Deze soort heeft z'n biotoop in de bossen rondom de evenaar en bouwt daar ook
z'n nest. De Gould-violetoorkolibrie voedt zich o.a. met nectar uit de
Puya-bloem.
Ook de schitterende Victoria-sylfe met z'n zeer mooie en lange staart is een
bewoner van Ecuador.
Op de Nederlandse Antillen is de kolibrie eveneens vertegenwoordigd. Zo vinden
we bijvoorbeeld de rode kolibrie op Bonaire en de groene kolibrie, ook wel
"blenci" genoemd, op Curaçao.
Huisvesting:
Het houden van kolibries stelt bijzondere (hoge) eisen aan de
huisvesting. Zoals reeds eerder beschreven komen ze uit Noord-, Midden- en
Zuid-Amerika. Het natte en koude klimaat in ons land is dus zeker niet ideaal
voor hun. De volière zal hier dan ook op aangepast moeten worden. Concreet
betekent dit dat ze gehuisvest dienen te zijn in een verblijf met een
temperatuur van 18 C tot 22 C. Daarbij vragen kolibries een ruim verblijf, dat
per paar vogels, een lengte dient te hebben van 3 tot 4 meter, een breedte van 1
meter en een hoogte van 2 tot 3 meter.
De temperatuur dient zoveel mogelijk constant te zijn, hetgeen het beste te
verwezenlijken is door te kiezen voor een verwarmingssysteem met thermostaat.
Als verlichting kan gebruik gemaakt worden van Tl-buizen, die per dag ongeveer
12 tot 14 uur moeten branden.
De luchtvochtigheid in het verblijf dient te liggen tussen de 60 en 70%.
Verder dienen in het verblijf planten (bij voorkeur bloemdragend) en bloemen
geplaatst te worden. Kies voor planten met fel gekleurde bloemen. Kolibries
blijken namelijk een sterke voorkeur te hebben voor felle kleuren. Onderzoekers
maken, bij het zoeken naar kolibries, van dit gegeven gebruik door vooral daar
te zoeken waar zich fel gekleurde bloemen bevinden.
Als zitstokjes kunnen het beste "levende" dunne takjes worden
aangeboden, die echter gemakkelijk vervangen moeten kunnen worden.
Kolibries houden van baden, reden waarom we in het verblijf platte ondiepe
schalen met water dienen neer te zetten.
Als bodembedekking kan gebruik gemaakt worden van kattenbakstrooisel. Uit
bovenstaande zal u duidelijk geworden zijn, dat vooral vitrines en plantenkassen
ideale onderkomens zijn om kolibries in te houden.
Aanschaf:
Met betrekking tot de aanschaf van kolibries zou ik het volgende willen
opmerken.
Verdiep u, alvorens u overgaat tot de aanschaf van kolibries, in de vraag: `Hoe
hou ik kolibries?'
Vooral wanneer u nog helemaal geen ervaring heeft en nog nooit suikervogels en
of nectarvogels heeft gehouden is de kans op mislukkingen niet te onderschatten.
Mocht u overwegen om kolibries aan te schaffen dan kunt u naar mijn mening het
beste informatie inwinnen bij de Speciaalclub voor liefhebbers van insecten- en
vruchtenetende vogels. Binnen deze Speciaalclub van de N.B.v.V., die zo'n 500
leden telt, is de kennis aanwezig om u te begeleiden en te helpen bij de
eventuele aanschaf van kolibries.
Karakter van de vogel:
Kolibries zijn over het algemeen vrij agressief en leven veelal op zich zelf,
dit ondanks hun nietige verschijningsvorm.
Dit "karaktertrekje" wordt veroorzaakt doordat kolibries een
zogenaamde voedingsterritorium bezitten. Dat wil zeggen dat ze een bepaald
gebied "bezitten" waarbinnen ze hun voedsel zoeken en waarin geen
indringers worden geduld. Gebeurt dit wel dan wordt het voedingsterritorium op
agressieve wijze verdedigd. De Amazilie-kolibrie, die voorkomt in Costa Rica
(4), blijkt dit territoriumgedrag in extreme mate te bezitten. Woorden als angst
en vrees komen in het woordenboek van de kolibrie niet voor. Het zal u duidelijk
zijn dat het karakter van deze vogels van grote invloed zal zijn op de
huisvesting in gevangenschap.
Het broedproces:
In het broedproces vervult het popje vrijwel al het werk. Ongetwijfeld heeft het
karakter van de vogels hier mee te maken. Immers, zoals reeds eerder opgemerkt,
leefden ze op zich zelf?
In de paartijd baltsen de mannetjes met weinig spectaculaire bewegingen voor het
popje.
Toch is het baltsen van de vogels schitterend om te zien door de glanzende
kleuren van het verenkleed van het mannetje en de dikwijls mooie en ingewikkelde
versieringen van dit verenkleed, zoals bijvoorbeeld de reeds eerder genoemde
kuiven, kragen en staartpluimen.
Zoals gezegd zorgt het vrouwtje voor vrijwel alle werk, zij bouwt het nest,
bebroed de eieren en zorgt voor de jongen.
Voor het bouwen van het nest gebruikt het popje fijne materialen zoals
vruchtpluis, mos, haartjes, fijne vezeltjes en korstmos wat tezamen
bijeengehouden wordt door spinnenwebben.
Nesten van kolibries behoren tot de wonderen van de natuur. Zo heeft men eens
een nest uitgeplozen en berekent dat de draden spinrag uit één nest aan elkaar
geknoopt reiken van Alaska tot 't puntje van Zuid-Amerika en weer terug.
Sommige nesten zijn mooi glad en komvormig en bevestigd op een tak, andere zijn
overkoepeld en sommige zijn hangend of in hangplanten gebouwd.
De Heremietkolibrie bouwt haar nestje bijvoorbeeld hangend aan 't eind van een
dun palmblad terwijl het robijnkeeltje haar nest op twijgen bouwt. Heel vaak
wordt tijdens het broeden aan het nest doorgebouwd.
Een deskundige op het gebied van kolibries, de heer J. Baxter, ontdekte tijdens
één van z'n onderzoeken dat een popje twee nesten tegelijkertijd verzorgde.
Terwijl ze in het ene broedde vloog ze ongeveer om de 20 minuten naar 't andere
nest om daar jongen in te voeren.
Vrijwel alle kolibriesoorten leggen 2 twee witte stomp ellipsvormige eieren ter
grote van een erwt, die in verhouding tot het lichaam erg groot zijn.
De eitjes worden ongeveer 14 dagen bebroed. De jongen worden naakt geboren. Het
popje voedt de jongen door haar snavel in de keel van de jongen te steken en
voedsel op te braken.
Wanneer je als liefhebber een dergelijk tafereel waarneemt lopen de rillingen
over je rug. Bij het voeden van de jongen door de pop heb je namelijk het idee,
dat de snavel er wel aan de onderkant moet uitkomen. Het popje voedt de jongen
in de vlucht. Per uur worden de jongen zo'n 4 à 5 keer gevoed. Al naar gelang
het aanbod aan voedsel vliegen de jongen tussen de 2e en de 4e week uit en
kunnen vrijwel meteen vliegen. De jongen beginnen dan ook al zeer vroeg met
"vliegoefeningen" in het nest.
Jonge kolibries lijken vrijwel altijd op het popje.
Dicht bij huis, in de tropische vlindertuin van het Noorder Dierenpark in Emmen,
is het in 1990 gelukt, om als eerste plaats ter wereld, kolibries van de soort
Amazilia amazilia te kweken.
De jongen van deze soort bleken bij de geboorte een gewicht te hebben van 0,4
gram. Gemiddeld bleken ze ongeveer 1 gram in de vier dagen in gewicht toe te
nemen. De voeding van de jongen bestond uit nectar, kleine insecten en jonge
spinnetjes. Doordat de bloemen in de vlinderkas onvoldoende nectar aan de vogels
boden werd tevens een soort van "kunstnectar" verstrekt.
De heer G.M. Essenberg memoreert in zijn artikel over kolibries (`Onze Vogels'
45e jaargang no.9 1984) aan een (Duits) fokverslag van de Phaethornis ruber
ruber, een zeer agressieve kolibriesoort.
Deze kolibriesoort bouwde in gevangenschap op een hoogte van 2 meter in een
Dracanea draco, aan een bestaand spinnenweb een nest van fijn hondenhaar,
plantenvezels, fijne wortels, varendelen, boompluis e.d. In het nest werden twee
jongen geboren, waarvan er één in leven bleef. Het jong werd grootgebracht met
zeer veel insecten en fruitvliegjes (vliegende).
Voeding:
Als het licht is moeten kolibries in hun natuurlijke omgeving om de
10-15 minuten eten. De voeding bestaat daarbij overwegend uit nectar en diverse
soorten kleine insecten.
Ook in gevangenschap zal de voeding van kolibries daarom dienen te bestaan uit
nectar, vliegende (fruit)vliegjes, mugjes, kleine spinnetjes en andere kleine
insecten.
In gevangenschap zal een kunstmatig nagemaakte nectardrank verstrekt dienen te
worden, die alle noodzakelijke voedingsstoffen moet bevatten. Voorbeelden van
nectarvoeders, die in de handel verkrijgbaar zijn, zijn: Avinectar, Sucre Vital,
Complete nectar diner en Nectarrokol. Deze voeders dienen als dagvoeding. Voor
de avond en vroege ochtend dient een lichte honingoplossing verstrekt te worden.
Om de kans op bederf van de dagvoeding zo gering mogelijk te houden moet deze zo
rond de middag nogmaals vers gegeven worden. Als levend voer kunnen het beste
vliegende fruitvliegjes gegeven worden. De vliegjes dienen beslist te vliegen
omdat een kolibrie niet op de grond komt om te eten, trouwens kolibries komen
(vrijwel) nooit op de grond. Daarom ook heeft men lange tijd verondersteld dat
ze ook nooit op takken zaten. Terugkomend op de fruitvliegjes, deze zijn over
het algemeen gemakkelijk te kweken.
De tuitjes van de drinkbuisjes waaruit de vogels de nectar moeten drinken dienen
altijd fel van kleur te zijn, bij voorkeur rood of oranje. Kolibries hebben
immers een voorkeur voor felle kleuren?
Bij overgang van het ene merk nektarvoer naar een andere merk nectarvoer mogen
deze nooit door elkaar gemengd worden. Als u van plan bent om van voeding te
veranderen dan kunt u dat het beste doen door nectarbuisjes op te hangen met het
oude merk en met het nieuwe merk. Door het aantal buisjes met het nieuwe voer
geleidelijk (in 7-10 dagen) op te voeren is de kans op eventuele problemen zeer
gering.
Het om de 10-15 minuten moeten eten geeft al aan dat de kolibrie een bijzonder
hoge verbranding heeft.
Ter vergelijking het volgende. Als een mens net zo hard zou werken als een
kolibrie dan verbrandt ie in één dag meer dan 100.000 calorieën.
De bouw van het lichaam alsmede de organen, zoals bijvoorbeeld het hart en de
longen, zijn helemaal aangepast aan de verhoogde arbeidsprestatie van de
vleugels. Zo maakt het hart een veertigste deel uit van het totale
lichaamsgewicht. Daarmee hebben kolibries de grootste hartmassa van alle vogels,
en ook de 1000 tot 1200 hartslagen per seconde betekent in de vogelwereld een
eenmalige topprestatie. Daarbij hebben kolibries een ademfrequentie, die tot
vijf ademhalingen per seconde bedraagt.
Dat is bijvoorbeeld het dubbele in vergelijking met zangvogels.
s'Nachts kunnen kolibries niet om de 10-15 minuten eten.
Kolibries bezitten dan ook het vermogen om tijdens de slaap hun dagelijkse
energieverbruik terug te brengen met 95%.
Tijdens de slaap verstijven ze namelijk helemaal, waarbij de stofwisseling en
hartslag alsmede de lichaamstemperatuur daalt. Tijdens de slaap stoppen ze de
snavel niet in de rugveren maar gaan op een tak zitten met uitstaande
lichaamsveren en de snavel onder een hoek naar boven gestoken.
Kolibries worden 8-10 jaar oud. Gelet op hun formaat, overtreffen ze daarmee
alle warmbloedige dieren.
Kolibries worden door de Indianen in Midden-Amerika - Zonnestraaltjes of ook wel
Vlechten van de morgenster genoemd. Typeringen, die deze webpagina niet beter
zouden kunnen afsluiten.