De Aurora astrilde
 

Het is helaas jammer dat men in de liefheberij nog zo weinig aandacht besteed aan deze vogel. Deze vogels hebben geen felle kleuren, maar de zachtegras-blauwe kleur vermengd met het zachte rood op de vleugels en stuit maakt deze vogels tot een sieraad in onze volière. Wat het karakter betreft zijn dit zeer geschikte om bij alle andere soorten prachtvinken, ook de kleinste soorten zoals de kleine astrilde te houden. Deze soorten is niet vechtlustig, alleen in de briedtijd zullen zij hun territoruim verdedigen en dat doen zij met grote felheid. Het nest wordt graag onder een struik of in hoog gras gebouwt, maar als er geen geschikte plaats is, maken zij ook gebruik van nestkastjes, voor het bouwen van het nest gebruiken zij lang verdord gras en maken het nest af met veertjes. De eitjes zijn wit tot zeer lichtblauw met wat stippels of lichte streepjes. Vele vogelliefhebbers denken nog dat alle holenbroeders witte eitjes leggen, bij de aurstralische prachtvinken is dat juist, maar de afrikaanse holenbroeders leggen veelal heel licht gekleurde eitjes. De aurora astrilde broedt goed, maar bij het grootbrengen van de jongen vogels moet u wel rekening houden met levend voedsel. In de natuur voeden zij de eerste 5a6 dagen de vogels uitsluitend met levende insekten. Daarna geginnen zij groenvoer en zaden bij te voeren. Dit groenvoer mag niet nat zijn , het veroorzaakt diarree bij de jongen vogels.Het is aan te bevelen de zaden zoals gierst eerst even te koken, enkele minutenis al voldoende, of de zaden geweekt te geven, wel oppassen voor schimmel, nate zaden schimmelen zeer snel. Gekiemde zaden, zoals graszaad is een uitstekend voedsel. Als levend voedsel meelwormen, kunnen heel gegeven worden daar deze vogels de wormen uitpellen, verder miereneieren, maden, vliegjes en ook bloedwormpjes. In het land van herkomst leven aurora astrilde in droge gebieden, dus moe rekening worden gehouden met een droge atmosfeer. Enkele weken is een temperatuur van 25 graden en het vochtgehalte zeker niet hoger dan 50% zullen de vogels zich zeer goed aanpassen. Ook deze soorten het gehele jaar dierlijk voedsel bijvoeren. Dit kan in de vorm van wat meelwormen per dag tot enkele miereneitjes. Ook bij gedroogd insektevoer vermengd met wat eivoer, wat snippers groenvoer of gekiemde zaden zullen de vogels het uistekend doen


Melba Astrilde

Het broeden met de melba astrilde komt gelukkig steeds meer voor en met succes. Deze soorten vogels vragen nu eenmaal meer aandacht dan andere kleine afrikaanse zaadtetende vogels. Al zijn het afrikaanse vogels en ook zaadeters dan moet men er toch rekening mee houden dat deze vogels soms uit een heel andere streek van afrika komen en daarbij ook een heel andere voedselmenu hebben. De melba astrilde komt voor in droge streken. Vandaar een van de gevoeliste vogels voor ons klimaat, met zijn koude en tevens hoge vochtgehalte. Bij een temperatuur van ongeveerdoen deze 30 graden, met daarbij ook een laag vochtgehalte doen deze vogels het uitstekend, De eerste zomer vanuit het warme en droge land in onze buitenvoliere is voor deze vogels een zware opgaaf. Het beste is om ze het eerste jaar binnen te houden en het jaar daarop pas in de buitenvoliere te plaatsen. De vogels zijn dan goed geakklimatiseerd, ook wat voedsel bestreft. Teleurstelling van sterfte, enz zal dan ook achterwege blijven. Voorhet groot brengen van de jongen vogels hebben we ook levende insekte nodig. Meelwormen, maden,miereneitjes en ook wel bladluis zijn goede voerder- middel.


Roodmasker aurora astrilde

Deze vogels zijn de laatste jaren enkele malen ingevoer. Ze lijken zeer veel op de aurora astilde met dit verschil, dat het mannetje van deze soort een rood masker heeft, vandaar de naam "rood- masker aurora astrilde". Ook in nederland is reeds met deze vogels gebroed. Ze vragen meer zorg dan de vorige soort. De jonge vogels worden veelal gevoerd met zaden die nog in de zaaddoosjes zitten. Deze zaad- doosjes schijnen invloed te hebben op de spijsvertering. Waarschijndelijk heeft het ruw vezel van deze zaaddoosjes hier mee te maken. Het z.g.n japanse gierst wat
ook in nederland verkrijgbaar is, zijn zaden die nog in de zaaddoosjes zitten. deze zaden worden graag gegeten, vooral als deze een klein beetje geweekt zijn, ook vogelmuur eten ze graag en niet alleen het groen maar ook de bloesem.