Veel jonge vogels
zijn tot ná de eerste volledige rui nog volop in de groei. Verstrek
deze dieren een voeding bestaande uit 50 procent zaadmengsel en 50 procent
eivoer. Schakel pas na deze rui over op de eerder aangegeven verhouding (1
deel zachtvoer op 3 delen zaadmengsel).
Let bij de tropische varianten goed op of ze het eivoer daadwerkelijk opnemen. Deze vogels zijn namelijk geneigd om alleen maar de záden uit hun voedsel op te pikken en het noodzakelijke eivoer ‘links’ te laten liggen. Deze vogels moeten gecontroleerd gevoerd worden. Als blijkt dat het zachtvoer niet wordt opgenomen moeten de overige componenten van het voer langzaam worden verminderd, totdat de gewenste verhouding van het opgenomen zaadmengsel tot het zachtvoer is bereikt. Het is niet goed om de vogel van te voren te laten vasten of uitsluitend zacht voer voor te zetten, zolang dit niet als voedsel is geaccepteerd. Het risico is te groot dat de vogel mogelijk een energie tekort oploopt, met eventuele fatale gevolgen!
Sommige zangvogels zijn insekteneters. Deze vogels moeten een deel van hun voer in de vorm van natuurlijke dierlijke producten krijgen (bijvoorbeeld: meelwormen), aangezien zij gedroogde zaden vaak onvoldoende kunnen verteren. Soms worden aan deze insekteneters maden als dierlijk voedsel verstrekt. Deze maden worden gekweekt op vlees. In een enkel geval kan dit vlees besmet zijn met bepaalde bacteriën, die dan via de maden overgebracht kunnen worden op de vogels. Op deze manier zou er botulisme bij de dieren kunnen ontstaan. Verwijder bij verdenking van botulisme alle maden uit de voličre, laat de vogels veel drinken en ga over op meelwormen!
Een speciale groep onder de zangvogels zijn de fruiteters of alleseters. Je kan deze vogels het beste houden op zogenaamd universeel voer of een beokorrel. Een probleem, bij deze groep dieren is dat ze relatief veel ijzer uit hun voer opnemen; dit kan erg schadelijk zijn. Als richtlijn geldt dat het ijzergehalte in het voer lager moet zijn dan 40 ppm; laat je hierover goed informeren bij de verkoper van het voer. Indien dergelijke voeders tijdelijk niet verkrijgbaar zijn, dan kunnen deze vogels uitstekend worden gehouden op een mengsel van 2 delen gekookte rijst en een deel kattenvoer, aangevuld met fruit (bijvoorbeeld: appel, peer, banaan, druif, watermeloen, perzik en vijg).
Let bij de tropische varianten goed op of ze het eivoer daadwerkelijk opnemen. Deze vogels zijn namelijk geneigd om alleen maar de záden uit hun voedsel op te pikken en het noodzakelijke eivoer ‘links’ te laten liggen. Deze vogels moeten gecontroleerd gevoerd worden. Als blijkt dat het zachtvoer niet wordt opgenomen moeten de overige componenten van het voer langzaam worden verminderd, totdat de gewenste verhouding van het opgenomen zaadmengsel tot het zachtvoer is bereikt. Het is niet goed om de vogel van te voren te laten vasten of uitsluitend zacht voer voor te zetten, zolang dit niet als voedsel is geaccepteerd. Het risico is te groot dat de vogel mogelijk een energie tekort oploopt, met eventuele fatale gevolgen!
Sommige zangvogels zijn insekteneters. Deze vogels moeten een deel van hun voer in de vorm van natuurlijke dierlijke producten krijgen (bijvoorbeeld: meelwormen), aangezien zij gedroogde zaden vaak onvoldoende kunnen verteren. Soms worden aan deze insekteneters maden als dierlijk voedsel verstrekt. Deze maden worden gekweekt op vlees. In een enkel geval kan dit vlees besmet zijn met bepaalde bacteriën, die dan via de maden overgebracht kunnen worden op de vogels. Op deze manier zou er botulisme bij de dieren kunnen ontstaan. Verwijder bij verdenking van botulisme alle maden uit de voličre, laat de vogels veel drinken en ga over op meelwormen!
Een speciale groep onder de zangvogels zijn de fruiteters of alleseters. Je kan deze vogels het beste houden op zogenaamd universeel voer of een beokorrel. Een probleem, bij deze groep dieren is dat ze relatief veel ijzer uit hun voer opnemen; dit kan erg schadelijk zijn. Als richtlijn geldt dat het ijzergehalte in het voer lager moet zijn dan 40 ppm; laat je hierover goed informeren bij de verkoper van het voer. Indien dergelijke voeders tijdelijk niet verkrijgbaar zijn, dan kunnen deze vogels uitstekend worden gehouden op een mengsel van 2 delen gekookte rijst en een deel kattenvoer, aangevuld met fruit (bijvoorbeeld: appel, peer, banaan, druif, watermeloen, perzik en vijg).